|
|
Lied 527 uit het Liedboek
Lied 527 uit het Liedboek
Toegelicht: Uit uw hemel zonder grenzen
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Neergedaald
Alsof God zomaar even langskwam, weer verdween en ondertussen een onuitwisbare indruk achterliet. Zo wordt Christus, zonder dat hij bij name wordt genoemd, in dit lied gepresenteerd. Als een vuur, als de wind, als een ster. Toch blijft het niet bij abstracte beelden: God kwam naar de aarde toe ‘met een naam en een gezicht’, als concreet en kwetsbaar mens. Voorzichtig, verkennend, tastend naar de mensen. De verbinding met deze mens is er niet alleen doordat God een medemens wordt, maar die wordt eens te meer uitgedrukt met het gebruik van de tweede persoon (‘Gij’) in het lied: er wordt niet óver God verteld, maar Hij wordt aangesproken, als in een gebed.
Christologie
In dit lied wordt een christologie (een zienswijze op Christus) naar voren gebracht van de Messias als vredebrenger, als levensbron, als woord dat mens geworden is, als voorganger op de weg van hoop. Daarbij horen ook paradoxale beelden die enerzijds het ongrijpbare ervan uitdrukken – een schaduw die verblindt, een pijn die geneest – en anderzijds stem geven aan het overweldigende, bijna fysieke gevoel dat Hij achterliet, schrijnend en helend tegelijkertijd.
Menswording – epifanie – lijden – sterven – begraven
Alle facetten van het verhaal van Jezus komen aan de orde. Kerst (‘als een kind zijt Gij verschenen’), de eerste verhalen van zijn leven (‘een mens in de woestijn’), de weg van het lijden (‘nacht van hoop en vrees’), het sterven (‘in de dood zijt Gij verdwenen’) en de begrafenis (‘als een bron zijt Gij begraven’). Maar deze facetten komen niet in deze chronologische volgorde aan bod, maar verspreid door de hele liedtekst heen. Het is alsof de hele weg van lijden en dood al in zijn hele menszijn besloten lag.
Nieuw begin
Er blijven vragen achter. Is het met Zijn dood voorbij? Komt er ooit nog de vrede die Hij zou brengen? Maar door de vragen heen – en dat lag kennelijk ook al bij voorbaat in zijn wezen besloten – daagt de paasmorgen: het onverwachte beeld van de duisternis die licht is geworden midden in de nacht, de pijn die geneest, ‘een nieuw begin van leven’. Zo past dit lied, dat zo tekenend is voor de dichtkunst van Huub Oosterhuis en sinds het liedboek-1973 tot zijn veelgezongen liederen is gaan behoren, niet alleen in de tijd van epifanie (zoals het Liedboek aangeeft), maar kan het ook heel goed straks in de paastijd gezongen worden. Wat het vervolg is op dat ‘nieuwe begin’, dat is aan ieder van ons om dat in te vullen, geraakt en aangeraakt door deze bijzondere mens.
Dit lied werd gezongen in de laatste aflevering van 'Petrus in het land' (20 maart 2021, KRO-NCRV), vanuit de Bethelkerk in Scheveningen
| terug
|
|
|
|
|
|