Lied 416
Lied 416
Toegelicht: Ga met God en Hij zal met je zijn
(door dr. Oane Reitsma, predikant van de Protestantse Gemeente Enschede)
Het meest populaire lied in de Protestantse Kerk gaat over Gods nabijheid. Een troostrijke gedachte. Het lied gaat over Gods nabijheid, die de zanger de ander toewenst (‘Hij zal met je zijn’) – of je kunt het ook elkaar toezingen. Daarmee zitten we in een hele oude traditie, die diepe sporen in de Bijbel heeft: elkaar bij het weggaan zegenen. Zowel de band met God als die met andere mensen wordt bezegeld, wat de reikwijdte van het lied zowel verticaal als horizontaal maakt.
Reiszegen
Het lied doet enigszins denken aan andere vormen van reiszegen, die ook populair zijn in grote delen van de kerk, zoals die van de Ierse heilige Patrick, die ook zoveel zegt als dat God nabij is waar je ook gaat (voor je, achter je, boven je, onder je, enzovoort). In dit lied wordt Zijn aanwezigheid zelfs geassocieerd met ‘raad’, alsof Hij met raad en daad nabij is. Die gedachte wordt niet uitgewerkt in het lied, maar men zou zich kunnen voorstellen dat het betekent dat je je leven contemplatief in Gods handen mag leggen als zich geen weg wijst.
Dood
God is nabij ‘in gevaar’, spreidt Zijn vleugels over je (ontleend aan Psalm 91), bewaart je in Zijn liefde. Dat is de kerngedachte van dit lied. Dat deze zegen ‘bij het weggaan’ kan worden gesproken of gezongen, kan op verschillende manieren worden opgevat. Dat kan namelijk zijn aan het einde van de wekelijkse zondagse dienst, waarbij wij uiteengaan ‘tot wij weer elkaar ontmoeten’ als gemeente op de volgende zondag.
Dat iedere gemeenschap deel is van de ‘gemeenschap der heiligen’ boven alle tijden en plaatsen verheven, laat ook de interpretatie toe dat dat weerzien is als alle tijden weer in God verenigd zijn. Dat sluit aan bij een ook in deze seculiere tijden stevig geworteld verlangen in een weerzien na de dood. Zodoende klinkt dit lied óók vaak bij uitvaarten. De zin 'God zal in de dood je leven sparen’ geeft een sterke aanleiding tot die beleving van het lied. Niettemin wordt het lied ook gebruikt bij gelegenheden als bevestiging of juist afscheid van ambtsdragers en bij huwelijken. Of bij een doordeweekse ontmoeting.
Eenvoud
Hoewel er eerdere Nederlandse vertalingen waren op een andere melodie, werd het lied door deze versie in het Liedboek-2013, vertaald door Gert Landman op de melodie van Ralph Vaughan Williams, in vrij korte tijd zeer populair. In Friesland ging er in het begin van deze eeuw al een Friestalige versie rond, vertaald door de Fries-Amerikaanse taalkundige Bearend J. Fridsma: Hear, wês mei ús oant in oare kear, die al voor het verschijnen van het Liedboek in veel gemeenten in het noorden graag gezongen werd.
De eenvoud van de melodie, met een identieke eerste en laatste regel, die door alle coupletten heen ook nog eens – als een mantra – dezelfde tekst draagt, maakt het lied makkelijk zingbaar. Wil je het met een meer inclusief Godsbeeld zingen, dan leent die regel zich daar met een zeer simpele aanpassing voor: ‘Ga met God en Zij zal met je zijn’ – al verschillende keren heb ik dat enthousiast en vrijwel ongemerkt (de klank van de klinkers blijft immers hetzelfde) horen zingen in de liturgie.
|